De invoering van het nieuwe pensioenstelsel is een enorme verandering. En zoals het een megatransitie betaamt, komt deze met de nodige (levens)beschouwelijke vragen. De grote ‘waarom-vraag’ is meerdere malen gevallen — vaak samen met de ‘moeten-we-dit-wel-willen-variant’.

In deze blogpost doen wij onze duit in het filosofische zakje door ons licht te schijnen op de vraag: ‘Waar brengt de stelselherziening ons?’ (Spoiler alert: in een pensioenwereld die over het algemeen beter is.)

Weg met het wantrouwen

Onvrede over het huidige pensioenstelsel heerst al een hele tijd. Dat wordt bijvoorbeeld duidelijk door een consumentenprogramma als Zwarte Zwanen. Hierin wordt over het algemeen gesteld dat de sector geen oog heeft voor de deelnemer. Deze boodschap weerklonk in de afgelopen jaren overigens uit meerdere hoeken. En zij zette mensen aan het denken. Hoe was alles eigenlijk geregeld? Hadden mensen wel genoeg grip op hun pensioen?

Dergelijke vragen leidden uiteindelijk tot het nieuwe stelsel, dat het eigendomsrecht teruggeeft aan de deelnemer. Deze krijgt straks de regie over zijn of haar eigen pensioenpot. En zo moet het gevoel van wantrouwen verdwijnen.

Met welk gemoed treedt u de toekomst tegemoet?

Kort gezegd, het nieuwe stelsel is een antwoord op de heersende onvrede. Perfect is het misschien niet. Maar het is wel een serieuze poging om de zaken ten goede te keren voor de deelnemer.

Bovendien komt het er gewoon, of we het nu willen of niet. Wij zijn daarom van mening dat we onze energie samen moeten stoppen in het begrijpen van het nieuwe stelsel — niet in het opsporen van de gebreken. Aangezien we met zijn allen dóór moeten, kunnen we de toekomst het best op een positieve manier tegemoet treden. Laten we ons daarom focussen op de verbeteringen die eraan komen. Want daarvan is zeker sprake. Qua wetgeving wordt het stelsel op F16-snelheid doorgevoerd, zeker in vergelijking tot het buitenland. Daarnaast kán iedereen er grosso modo op vooruitgaan omdat er simpelweg minder geld bij de fondsen en meer bij de deelnemers komt te liggen. De berekeningen wijzen over het algemeen op een pensioenverbetering.

Op volle kracht vooruit

Of we het stelsel wel moeten invoeren, is een ietwat onzinnige vraag. In plaats van ons te concentreren op een gelopen race, kunnen we ons liever het volgende afvragen: hoe realiseren we meer transparantie voor de deelnemer in het nieuwe stelsel?

Dat begint uiteraard met een steengoede uitleg. En die formuleert u alleen met het glas half vol. Geen tijd meer voor de pessimistische zwarte zwanen, dus. De stelselherziening brengt ons genoeg goeds om met een fris gemoed op volle kracht vooruit te gaan!